Eén kom soep verkopen, één kom soep doneren aan de Voedselbank. Dat is het idee achter Soupalicous. Zeker met de kerstgedachte in het achterhoofd is het, zoals oprichter Milco Aarts zegt, ‘de lekkerste manier om iets goeds te doen’.

Soupalicous ontstond toen Milco als journalist een verhaal maakte bij de Voedselbank. In de kratten zag hij veel houdbare maar ongezonde producten, waarop hij spontaan riep: “dan maak je toch zelf soep?”. Het idee, gecombineerd met ‘één kopen, één doneren’ liet hem niet meer los. Toen hij na de journalistiek een conceptbureau begon rondom duurzaamheid, zei hij in een enthousiaste bui vanaf een terras: “Weet je wat, we gaan dit zelf doen!”. In eerste instantie met een restaurant in Amsterdam. Milco: “Concepten bedenken voor anderen, helpen dat in de markt zetten en weer door. Dat was mijn werk. Nu stond ik stoelen te slepen, tomaten te snijden, noem maar op. Tot mijn verbazing vond ik dat heel leuk!”.

Commercie als middel

Het bleek een succesformule, alleen wilde de huurbaas de hoofdprijs en het avontuur leek ten einde. Maar Soupalicous ging verder, als producent van soepen voor horeca, cateraars, scholen, onderwijs en retail. Ondanks uitdagende marktomstandigheden als corona, de Oekraïne-oorlog en hoge inflatie, lukte het om door te groeien. Inmiddels bestaat Soupalicious tien jaar, heeft het 22 koelverse soepen in het assortiment assortiment en leveren ze aan restaurants, cateringbedrijven en bedrijfskantines. Met dank aan deze klanten  zijn er al vijf miljoen kommen soep, grotendeels gemaakt van reststromen, aan de Voedselbank gedoneerd. Milco: “Want dat is het doel: zoveel mogelijk soep doneren. De commerciële verkoop is een middel om dat te bereiken.”

Via het Kennemer Inkoop Platform valt de aankoop van de soep – en binnenkort ook pastasaus – binnen de SROI-verplichting. Milco: “Mark Damman van Kennemer Impact heeft ons benaderd naar aanleiding van onze Social Handprint impactrapportage. Door dat gesprek ben ik anders gaan denken over het belang van lokale verbondenheid. Ik ben erg gericht op groot, groter, grootst: eerst nationaal, dan internationaal! Maar we kunnen ondertussen zoveel in en om Haarlem doen. Dan denk ik natuurlijk aan de horeca, maar ook aan het delen van kennis en het aanjagen van anderen. Hier staat immers onze wieg, alleen maar goed als we met lokale partijen elkaar kunnen versterken. En ondertussen blijven we werken aan onze missie om zoveel mogelijk ‘kommetjes geluk’ te doneren.”

Dit artikel verscheen eerder via Goede Zaken. Om impact ondernemen bij een groter publiek onder de aandacht te brengen, publiceren Kennemer Impact en Goede Zaken samen maandelijks een artikel in het Haarlems Dagblad. Klik hier voor een overzicht van eerder gepubliceerde artikelen in deze rubriek.